Koester de kritische minderheid.

Kleine bedrijven werken vaak op een manier die past bij de grootte van hun bedrijf. De directeur-eigenaar heeft dan verschillende petten op: dan van directeur, dan van meewerkend voorman, dan manager en ook soms van coach. Als ze hun (weinige) personeel betrekken bij het bedrijf kunnen beslissingen snel worden genomen en is het commitment van de medewerkers vaak erg hoog. Je ziet dit fenomeen ook vaak terug bij kleine familiebedrijven en die creëren op die manier een voordeel in hun markt.
 
Behendigheid.
Als kleine bedrijven gaan groeien is hun grootste uitdaging de behendigheid van de kleine organisatie vast te houden. Vaak zie je dat bedrijven de structuur van de kleine organisatie ‘meenemen’ naar de grote organisatie en de verwachting hebben dat het blijft werken. De pijn ontstaat ergens in het midden: de groei van het bedrijf is onvoldoende om een nieuwe organisatiestructuur te implementeren en onvoldoende om te blijven volharden in de oude organisatiestructuur. Hierdoor kan frustratie bij de medewerkers ontstaan en zelfs leiden tot het verliezen van het commitment.
 
Voorkom extrapolatie
Transitieprocessen moeten voorzichtig worden uitgevoerd, waarbij extrapolatie moet worden voorkomen. Resultaten uit het verleden bieden immers geen garantie voor de toekomst. Een organisatie in transitie bevindt zich enerzijds in een kwetsbare positie, anderzijds kan daar ook de kracht ontstaan als je bereid bent je medewerkers mee te nemen in die transitie. Dit betekent een andere vorm van leiderschap.
 
Reizigers en routeplanners.
In een transitieperiode heb je te maken met vele wegen die bewandeld worden. Dit is een spannende reis omdat iedere reiziger zijn veilige plek moet verlaten en op zoek moet naar een nieuwe plek binnen de organisatie. Soms letterlijk en soms figuurlijk. Het meenemen van je medewerkers werkt als je een routeplanner gebruikt waar de medewerkers als ‘reiziger’ gebruik van kunnen maken. Binnen die groep reizigers heb je altijd een aantal avonturiers die het nieuwe als een uitdaging zien. Deze avontuurlijke reizigers moet je koesteren: zij zijn misschien wel belangrijker dan de manager en de marketeer. Er is ook een groep die wat afwachtend is en schoorvoetend de eerste stappen zet en een derde groep blijft veilig op z’n plek. Deze laatste groep wordt vaak gezien als ‘negatief’, ‘critici’ of ‘doemdenkers’, terwijl zij juist een heel waardevolle rol kunnen vervullen. Waarom is de kritische minderheid zo belangrijk (Kramer 2014)?
 
Pijn doet een mens nadenken, gedachten maken een mens wijs, wijsheid maakt het leven draaglijk.
Patrick John
 
Big company syndrome.
Veel bedrijven veranderen zonder duidelijke missie en spelen letterlijk blindemannetje. Medewerkers zien en ervaren dat en stellen vragen als 'what's in it for me?' en 'waar gaan we naar toe?' Dit zijn signalen die je serieus moet nemen, ook al is het de minderheid die deze signalen afgeeft. Houd je ogen en oren open en iedere waarschuwing tegen het ‘big company syndrome’ (Herrero 2014) moet je serieus nemen. Blijf daarom waakzaam, want het probleem is dat groei van het bedrijf spannend en besmettelijk is. Door het enthousiasme bij management en directie ontstaat een tekort aan kritisch denken en wordt kritiek vanuit de organsatie niet getolereerd of genegeerd. Ze willen zich meten met de grote bedrijven en een kloon van dat bedrijf zijn. In het ergste geval heb je ineens een kleine versie van een groot bedrijf en dat kan destructief werken.
 
De wijze kan men aan de keuze van zijn doel herkennen, de verstandige aan de keuze der middelen.
Friedrich Rückert
 
Keuzes.
Een transitieperiode leidt tot keuzes: streef ik naar een kopie van een groot bedrijf of ben ik bereid om zelf te ontdekken, te ervaren en samen op zoek te gaan naar een eigen organisatie-identiteit en organisatiestructuur? Transities en groei zijn buitengewone ontwikkelingen en vragen om een specifieke aanpak waarbij kritische denkers méér dan welkom zijn. Ze zijn de groeipijn van je groeiende organisatie en leggen de vinger op de zere plek. Kritiek wordt vaak gezien als weerstand en negatief en wordt daardoor terzijde gelegd zonder door te vragen. Je kunt het ook omdraaien en kritiek juist als betrokkenheid zien. Critici stellen nu eenmaal kritische vragen die jou wellicht prikkelen en – in het ergste geval – groeipijn bezorgen, maar heb je wel eens écht naar ze geluisterd en doorgevraagd? Natuurlijk zijn er personen die alleen maar klagen, doch zij vormen veruit de minderheid. De rest is oprecht betrokken en denkt op deze manier mee. Koester deze kritische minderheid, zij wijzen ook de weg naar je uiteindelijke doel.